Inventarissen en fysieke inventaris

De exploitant moet, naargelang het geval, een actuele inventaris bijhouden van:

  • de aanwezige radioactieve bronnen en (afval-)stoffen;
  • de aanwezige toestellen die ioniserende stralingen kunnen uitzenden;
  • de aanwezige apparatuur voor radiotherapie en nucleaire geneeskunde;
  • de vloeibare en gasvormige radioactieve lozingen;
  • de radioactieve afvalstoffen die zijn afgevoerd met inbegrip van deze die kunnen worden verwijderd, gerecycleerd of hergebruikt.

Deze inventaris(sen) moet(en) ten allen tijde aanwezig te zijn op de exploitatiezetel. Slechts welbepaalde gegevens uit deze inventaris(sen) moeten aan het FANC worden overgemaakt (= fysieke inventaris). Deze gegevens, evenals de modaliteiten betreffende deze gegevensoverdracht, zijn beschreven in een technisch reglement. De over te maken gegevens hebben betrekking op:

  • de toestellen die röntgenstralen kunnen voortbrengen;
  • de versnellers;
  • de ingekapselde radioactieve bronnen;
  • de toestellen die beelden maken van de verdeling van radionucliden gebruikt voor geneeskundige doeleinden;
  • de activiteitsmeters en gammaprobes gebruikt voor geneeskundige doeleinden.

Aandachtspunt

Aan elk toestel/elke versneller opgenomen in de fysieke inventaris moet een uniek en ondubbelzinnig nummer worden toegekend. Dit nummer moet eveneens fysiek zichtbaar en duurzaam hierop worden aangebracht.
Voor zware medische apparatuur voor beeldvorming (meer bepaald CT, PET, PET-CT, PET-MRI en SPECT-CT) moet dit nummer het MID-ID zijn.

In de eerste week van elke maand moet een geactualiseerde versie van de fysieke inventaris worden opgeladen via het Data eXchange Platform (DXP) van het FANC. Deze gegevensoverdracht gebeurt door een persoon die hiertoe werd aangeduid door de exploitant of via de erkende instelling ingeval de exploitant geen deskundige erkend in de fysische controle onder zijn personeelsleden heeft. De exploitant van de inrichting is steeds verantwoordelijk voor de correctheid en volledigheid van de overgemaakte gegevens. 

Ingeval geen enkel gegeven in de inventaris na 1 maand verschilt van de laatste versie van de overgemaakte gegevens, dient er geen nieuwe gegevensoverdracht te gebeuren.

De gegevens die worden verzameld in het kader van dit proces, worden behandeld overeenkomstig de wettelijke bepalingen die erop van toepassing zijn (wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire controle en de bijhorende uitvoeringsbesluiten). Het doel van deze gegevensopvraging is het kunnen behandelen en opvolgen van het dossier in kader van de vergunnings-, controle- en toezichtsactiviteiten van het Agentschap.Deze gegevens worden enkel op het FANC verwerkt en kunnen eventueel doorgegeven worden aan andere overheidsdiensten en andere inspectiediensten in het kader van de respectievelijke bevoegdheden. Deze gegevens worden niet doorgegeven aan derde landen. De gegevens worden vernietigd overeenkomstig de archiefwet, en na het verstrijken van de bewaringstermijnen beschreven in de archiefselectielijst van het FANC.
Deze bewaringstermijnen zijn de volgende :
Inventarisgegevens met betrekking tot inrichtingen van klasse II, klasse III en mobiele installaties : 25 jaar.
Inventarisgegevens met betrekking tot het tijdelijk of bij gelegenheid uitvoeren van werkzaamheden waarbij ioniserende stralingen worden gebruikt : 15 jaar
Voor verdere vragen over het behandelen van persoonsgegevens kan u terecht bij de Data Protection Officer.

 

 

Laatst aangepast op: