Op vrijdag 17 februari 2017 heeft er zich een incident voorgedaan bij NTP Europe in Fleurus tijdens een onderhoud.
Om de sanering van een cel voor te bereiden, activeerde een operator de schakelaar voor de watervoorziening. Toen de operator de aanvoer van water wilde stoppen, bleef dit stromen. De watertoevoerklep was geblokkeerd en stond in open positie.
De watertoevoer gebeurt via een kleine leiding boven een trechter die verbonden is met een recuperatiereservoir onder de cel. Het debiet van de trechter was minder groot dan het debiet van de watertoevoer, waardoor er water werd geloosd in de cel.
De dienst fysische controle deed onmiddellijk beroep op een onderhoudsmedewerker van het IRE, die ter plaatse was. Hij heeft de watertoevoer manueel gestopt. Een inspecteur van Bel V, het technisch filiaal van het FANC, ging onmiddellijk ter plaatse om het beheer van het incident verder op te volgen.
Er werd al snel vastgesteld dat er zich water bevond onder de cel, in een gang en in een laboratorium in een bijgebouw. De lozing van de trechter was niet verbonden met een recuperatiereservoir. Het water dat uit de trechter kwam werd daardoor rechtstreeks geloosd onder de cel.
De dienst fysische controle en de operator gebruikten een absorptiekit, om de verspreiding van de besmetting in de cel en in de bijgebouwen tegen te gaan.
Er werd een dosistempo van 100 µSv/u gemeten in de lucht. Na onderzoek bleek dat deze dosistempo voornamelijk te wijten was aan een “hotspot” (ontstaan door een radioactief deeltje) in het absorberende product dat werd geloosd onder de productiecel. Er werden loden matrassen geplaatst rond het onderste deel van de cel om het dosistempo te verlagen.
Tijdens de werkzaamheden om de installatie te beveiligen, liep de erkende deskundige die het incident beheerde de hoogste dosis op, namelijk een dosis van 80 µSv. De maximale dosislimiet voor beroepshalve blootgestelde personen bedraagt 20.000 microsievert per twaalf opeenvolgende glijdende maanden.
Op dinsdag 21 februari werd een manipulatie uitgevoerd om de deeltjes die de “hotspot” creëerden te recupereren, nadat men de recuperatiemethode had gedefinieerd en meerdere testen had uitgevoerd. Daaruit bleek dat slechts één enkel deeltje met een activiteit van 30 gigabecquerel aan de oorsprong lag van het dosistempo. Tijdens deze recuperatiehandeling liep de operator die de bron in kwestie overbracht naar cel C22 de hoogste dosis (22 µSv) op.
Volgens de analyse van de FANC-inspecteur, leidden meerdere elementen tot dit incident:
- het ontbreken van een recuperatiereservoir,
- het feit dat men niet heeft gemeld dat het reservoir werd verwijderd,
- het gebrek aan onderhoud van de elektrische klep,
- het ontbreken van de reflex bij de operator om de schakelaar voor de watertoevoer eerst te testen.
Het incident werd echter op een professionele manier beheerd.
Na analyse werd dit voorval ingedeeld op niveau 1 van de INES-schaal. INES (International Nuclear Event Scale) is een communicatie-instrument dat toelaat om de ernst van een gebeurtenis met ioniserende straling begrijpelijk voor te stellen. Deze schaal telt zeven niveaus, gaande van 1 (anomalie) tot 7 (zwaar ongeval).
Dit voorval had geen enkele impact op het welzijn van de andere werknemers, de bevolking of op het leefmilieu.