Overslaan en naar de inhoud gaan

Wat is de scope van de stresstests ?

Wat is de scope van de stresstests ?

Installaties

Hoewel op Europees niveau enkel gevraagd werd om de kerncentrales aan een stresstest te onderwerpen, werden in België de stresstests uitgebreid tot alle andere nucleaire installaties van klasse I die nog in exploitatie zijn. Installaties in ontmantelingfase zijn dus niet opgenomen in de stresstests.

De stresstests in België hebben dus betrekking op :

  • voor de kerncentrales: de eenheden 1, 2, 3 en 4 van de kerncentrale van Doel en de eenheden 1, 2 en 3 van de kerncentrale van Tihange;
  • voor de andere operationele nucleaire installaties van klasse I: Belgoprocess en FBFC (Franco-Belge de Fabrication du Combustible) te Dessel, IRE (Institut des Radio-éléments) te Fleurus, het Joint Research Centre van de Europese Commissie (vroeger IRMM genoemd, Instituut voor Referentie Materialen en Metingen) te Geel, het Studiecentrum voor Kernenergie te Mol, en ook andere installaties op de site van kerncentrales die niet eerder opgenomen werden in de stresstest voor kerncentrales, nl. opslag- en verwerkingsinstallaties voor radioactief afval op de site, meer specifiek het Water- en Afvalbehandelingsgebouw (WAB) op de site van de kerncentrale van Doel.

Technische scope

De specificaties voor het uitvoeren van deze stresstests werden op Europees niveau voorgesteld door ENSREG (European Nuclear Safety Regulators' Group).

Het FANC werkte specificaties voor de stresstests ten behoeve van de Belgische exploitanten van de kerncentrales uit die verder gaan dan wat op Europees niveau werd voorgesteld. Het Agentschap heeft al op 17 mei 2011 haar stress test specificaties overgemaakt aan ENGIE Electrabel.

Het FANC stelde (onder meer op basis van de stresstest specificaties voor de kerncentrales) een nieuwe specificatie op voor de stresstest voor de andere inrichtingen van klasse I. Zowel de scope als de planning van de stresstest werden hierbij aangepast. Deze specificaties werden begin juli 2011 overgemaakt aan de desbetreffende exploitanten.

De Belgische nucleaire installaties moesten naast de risico's van aardbeving en overstroming (zoals gevraagd in de ENSREG specificaties), ook andere extreme natuurlijke fenomenen (bvb. stormen, hevige regen of bosbranden), terroristische aanvallen en andere door de mens veroorzaakte gebeurtenissen (bvb. een computervirus) herbekijken.

In die context moest een risicoanalyse de impact op de installatie bekijken en aanduiden welke de veiligheidsmarges zijn die voor dergelijk risico bestaan. Bij kernreactoren moest in het geval van verlies van koeling, zowel de koeling van de reactorkern als de koeling van de gebruikte splijtstofstockage beschouwd worden. Bij de andere nucleaire installaties van klasse I ging het naast de koeling van de reactor (indien het bv. een onderzoeksreactor betreft) ook meer specifiek om het risico op de verspreiding van radioactieve deeltjes. Bovendien moesten ook voor de andere nucleaire installaties van klasse I het brand-, ontploffings- en kritikaliteitsrisico (kettingreactie) beschouwd worden in de analyse van het beheer van ernstige ongevallen.

 

 

Laatst aangepast op: 
19/11/2019