Nucleaire inrichtingen (klasse I)

Definitie van klasse I

De inrichtingen waar gebruik wordt gemaakt van ioniserende stralingsbronnen, worden ingedeeld overeenkomstig artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen (algemeen reglement).

Reglementering

Vergunning van de inrichting

Krachtens artikel 5 van het algemeen reglement moeten de inrichtingen van klasse I een oprichtings- en exploitatievergunning hebben die door het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) werd afgeleverd en door de Koning werd ondertekend.

Artikel 6 beschrijft de vergunningsprocedure en de procedure voor de milieueffectbeoordeling voor inrichtingen van klasse I.

Overeenkomstig artikel 12 van het algemeen reglement moet elk volgend ontwerp tot wijziging eveneens het voorwerp uitmaken van een aangifte bij het FANC.

Fysische controle

Overeenkomstig artikel 23 moet elke exploitant van een inrichting van klasse I zijn eigen dienst voor fysische controle organiseren, waarvan de leiding aan een erkend deskundige klasse I wordt toevertrouwd.

Download : Lijst deskundigen erkend in de fysische controle van klasse I

Beheer van radioactief afval

Elke inrichting van klasse I moet het radioactief afval dat door zijn exploitatie voortgebracht werd, beheren. NIRAS is de organisatie die gecontacteerd moet worden om het beheer van het radioactief afval te verzekeren.

Nieuwe klasse I-installaties

De NIN-nota werd aanvankelijk opgesteld omdat uit internationale feedback is gebleken dat het belangrijk is om nucleaire installaties van klasse I vanaf het moment dat ze worden gebouwd, te monitoren om een vlotte oplevering te kunnen waarborgen. In die nota heeft de Veiligheidsautoriteit daarom de gepaste instrumenten in kaart gebracht voor het omkaderen, beoordelen en controleren van de constructie van nucleaire installaties van klasse I en in het bijzonder om na te gaan of de nieuwe installaties voldoen aan de ontwerp- en bouwvereisten voordat ze in bedrijf worden gesteld. In de NIN-nota worden aan de exploitanten de eisen van de Veiligheidsautoriteit voorgesteld die betrekking hebben op de voorbereiding en uitvoering van de constructie- en inbedrijfstellingsfasen (inclusief de oplevering) van een nieuwe nucleaire installatie in een klasse I-inrichting. Hierin worden de algemene principes en belangrijkste verwachtingen uiteengezet voor de constructie en inbedrijfstelling van nieuwe installaties die binnen het toepassingsgebied van artikel 6 van het ARBIS vallen.

De voorbije jaren werden de voorschriften van de NIN-nota toegepast bij de voorbereiding van de constructie- en inbedrijfstellingsfasen van verschillende projecten, bijvoorbeeld IPM (opslaginstallatie bij Belgoprocess), SF² (opslaginstallatie voor verbruikte splijtstof op de sites van de centrales van Doel en Tihange) en voor de toekomstige RECUMO-installatie (op het SCK CEN).

Vóór de eerste officiële publicatie werd de NIN-nota in 2018 voor advies voorgelegd aan de Wetenschappelijke Raad. Op dat moment werd een reeks opmerkingen gemaakt (en in aanmerking genomen), evenals het voorstel om feedback te geven over het gebruik van de NIN-nota 2-3 jaar na de publicatie ervan.

Het is in dit kader en met het oog op de voortdurende verbetering van de regelgevende processen met betrekking tot de veiligheid in de Belgische nucleaire installaties, dat er een vragenlijst naar de exploitanten van klasse I werd gestuurd om hun “lessons learned” op basis van het gebruik van de NIN-nota te vragen en te verzamelen. De Veiligheidsautoriteit heeft dan eerst een aanpak voorbereid om de nota te herzien. Hiervoor werd een FANC-nota opgesteld die in 2022 aan de Wetenschappelijke Raad werd voorgelegd en aan alle exploitanten van klasse I werd overgemaakt. Op basis van deze aanpak en de aanvullende feedback die werd ontvangen, werd de NIN-nota dan herzien.

Meer info

 

 

Laatst aangepast op: 14/02/2024