Recente inzichten m.b.t. biologische effecten van lage dosissen ioniserende straling

De Wetenschappelijke Raad van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) organiseerde op 11 en 12 september 2017 een workshop ‘Biologische effecten van lage dosissen ioniserende straling en de gevolgen voor lozingslimieten in routine uitbating,  dosislimieten bij ongevalssituaties en vrijgavelimieten’.

Jaarlijks worden we blootgesteld aan gemiddeld 5,1 milliesievert (mSv) ioniserende straling. Het gaat dan om zowel natuurlijke als kunstmatige radioactiviteit. Bijna de helft van dit jaarlijkse gemiddelde is afkomstig van medische toepassingen, zoals radiologie en nucleaire geneeskunde. Ongeveer een derde is afkomstig van het natuurlijke radioactieve gas radon. Industriële installaties (o.a. kerncentrales) zijn verantwoordelijk voor minder dan 1% van de gemiddelde jaarlijkse  dosis en dragen dus nauwelijks bij tot deze gemiddelde blootstelling.

Het eerste deel van de workshop ging in op de huidige kennis van de gezondheidseffecten van blootstelling aan lage doses ioniserende straling en bracht de evolutie van de blootstelling van de bevolking aan lage doses ioniserende straling in kaart.

De beperkingen van epidemiologisch onderzoeken zorgen ervoor dat het moeilijk is om effecten aan te tonen van lage dosissen (kleiner dan 100 mGy = milligray. De gray meet de geabsorbeerde hoeveelheid ioniserende straling).  Anderzijds worden bepaalde concepten, zoals de collectieve dosis, soms aangewend om gezondheidsrisico’s voor bevolkingsgroepen in te schatten, terwijl deze concepten hier niet voor geschikt zijn en dus een verkeerde inschatting opleveren.

Uit recente cijfers (RIZIV gegevens t.e.m. 2014) blijkt dat dosissen afkomstig van medische toepassingen, die de laatste decennia sterk toenamen, sinds 2010 licht dalen. De aandacht voor de gezondheidsrisico’s  voor patiënten zorgt voor technologische vernieuwingen met dosisvermindering, en een rationeler en meer geoptimaliseerd gebruik van deze technieken. Verder zien we ook dat het gebruik van onderzoeken met hoge doses bij kinderen is afgenomen.

Met het oog op de bescherming tegen het radioactieve gas radon loopt reeds jaren een Belgisch radon-actieplan.  Op basis van de verbeterde inzichten in de gezondheidsrisico’s van radon, heeft de Europese Commissie eind 2013 het referentieniveau om maatregelen te nemen in woon- en werkplaatsen verlaagd. De Belgische regelgeving en het radon-actieplan worden hierop afgestemd.

Tijdens de tweede dag van de workshop werd bekeken welke maatregelen zijn genomen om de doses afkomstig van klasse I-installaties (o.m. kerncentrales, reactoren voor de productie van radioisotopen en installaties voor de verwerking van radioactief afval) zo laag mogelijk te houden.

Deze tweedaagse workshop kadert in de missie van het FANC, namelijk om de bevolking, de werknemers en het leefmilieu te beschermen tegen de negatieve effecten van ioniserende straling.