Oppervlakteberging in Dessel

De term ‘oppervlakteberging’ verwijst naar de berging van laag- en middelactief kortlevend radioactief afval (categorie A in België) in een geschikte faciliteit aan het aardoppervlak.

Situatie in België

De Ministerraad droeg in haar beslissing van 23 juni 2006 betreffende de berging op het Belgisch grondgebied van categorie A-afval, dit is kortlevend laag- en middelactief afval, aan NIRAS op om het geïntegreerd project voor de oppervlakteberging van categorie A-afval in Dessel te ontwikkelen.

In overeenstemming met deze beleidsbeslissing ontwikkelde NIRAS een geïntegreerd project dat een berging, een afvalverwerkingsfaciliteit en de realisatie van de bijhorende voorwaarden van de lokale gemeenschappen omvat. NIRAS heeft op 31 januari 2013 een vergunningsaanvraag voor een bergingsinstallatie in Dessel opgesteld en ingediend. Het cAt- project is momenteel in een vergunningsproces bij het FANC.

Ook heeft Belgoprocess, de dochteronderneming van NIRAS, een vergunningsaanvraag voor een post-conditioneringsfaciliteit voor de productie van afvalcontainers voor betonverwijdering (monolieten) opgesteld en ingediend en in maart 2014 werd de oprichtings- en exploitatievergunning voor deze faciliteit gegeven.

De financiering van de maatschappelijke aspecten van bergingsprojecten wordt geregeld met de wet van 29 december 2010 (hoofdstuk 3) dat het recht aan NIRAS geeft om een fonds te creëren om alle maatschappelijke kosten van het project te dekken.

In België zal een oppervlaktebergingsinstallatie (het cAt-project) in Dessel worden gebouwd en het zal een maximale hoeveelheid van ongeveer 70.500m³ afval van categorie A bergen. Deze oppervlakteberging omvat afval dat vandaag wordt geproduceerd en tijdelijk opgeslagen in de gebouwen van Belgoprocess, evenals categorie A-afval dat in de toekomst wordt gegenereerd, bijvoorbeeld na de ontmanteling van nucleaire installaties. Het moet vermeld worden dat de hier genoemde radioactieve afvalstoffen verwerkt en geconditioneerd zijn en slechts beperkte hoeveelheden langdurige radionucliden bevatten, waardoor het geschikt is voor oppervlakteberging. Er is gekozen voor een oppervlaktebergingsinstallatie als uiteindelijke bergingsoptie voor dit type afval en het zal het afval insluiten en gedurende een paar honderd jaar scheiden van mens en milieu. 

Behandeling vergunningsaanvraag

NIRAS diende de vergunningsaanvraag voor de oppervlaktebergingsinstallatie voor categorie A-afval te Dessel in op 31 januari 2013. De aanvraag werd door FANC niet volledig bevonden waarop het FANC een aantal vragen aan NIRAS gesteld heeft. Deze vragen alsook de antwoorden hierop, kunt u vinden hier: https://fanc.fgov.be/nl/informatiedossiers/radioactief-afval/beheer-van-radioactief-afval/berging/oppervlakteberging-dessel. Na aanvullingen door NIRAS op 1 februari 2019, 28 februari 2019 en 31 juli 2019, op 20 augustus 2019, werd de aanvraag volledig verklaard. Het FANC heeft vervolgens het dossier, samen met de veiligheidsevaluatie van het FANC en haar dochter Bel V, voorgelegd aan de Wetenschappelijke Raad van het FANC. De Wetenschappelijke Raad heeft op 3 oktober 2019 een gunstig voorlopig voorafgaand advies uitgebracht betreffende de vergunningsaanvraag.

Conform artikel 6.4 van het ARBIS heeft het FANC op 12 november 2019 een exemplaar van de aanvraag overgemaakt aan alle burgemeesters van de gemeenten die zich bevinden binnen een straal van 5 kilometer rond het voorwerp van de vergunningsaanvraag. Het betrof de gemeenten Dessel, Geel, Kasterlee, Mol en Retie, gelegen in het Vlaamse gewest. De burgemeesters werd gevraagd om een openbaar onderzoek te organiseren aangaande de vergunningsaanvraag met inbegrip van het milieueffectbeoordelingsrapport. Dit openbaar onderzoek werd in Dessel, Kasterlee, Mol en Retie georganiseerd 22 november tot en met 21 december 2019 en in Geel van 5 december 2019 tot en met 3 januari 2020. Daarna werden de resultaten van het openbaar onderzoek samen met de adviezen van de schepencolleges door de gemeenten overgemaakt aan het FANC.

Het dossier werd ook voor advies naar de bestendige deputatie van de provincie Antwerpen en naar de Europese Commissie gestuurd. De deputatie van Antwerpen heeft op 28 februari 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uitgevaardigd. De Europese Commissie had enkele bijkomende vragen betreffende de vergunningsaanvraag en het FANC heeft op 28 juli 2020 hierop geantwoord. Op 13 november 2020 heeft de Europese Commissie haar advies gepubliceerd (link hieronder).

In het kader van het gunstig voorlopig voorafgaand advies van de Wetenschappelijke Raad van 3 oktober 2019, hebben het FANC en Bel V een aantal vragen aan de NIRAS gesteld. Deze zijn te vinden in de veiligheidsanalyse oppervlakteberging FANC-Bel V (link hieronder). NIRAS heeft op 10 november 2022 (en aangevuld op 20 december 2022 en 30 januari 2023) de antwoorden aan het FANC overgemaakt.

Het FANC heeft alle adviezen, de evaluatie van de bezwaren en de evaluatie van de antwoorden van NIRAS in een verslag gebundeld en dit op 24 februari 2023 voorgelegd aan de Wetenschappelijke Raad. Hierop heeft de Wetenschappelijke Raad een gemotiveerd voorlopig advies gegeven. Dit advies bevat bijkomende voorwaarden die nodig zijn om de veiligheid van de inrichting te waarborgen en om de effecten ervan op het milieu te beperken.

Op basis van het tweede advies van haar Wetenschappelijke Raad heeft het FANC een voorstel van beslissing opgesteld en overgemaakt aan de minister bevoegd voor binnenlandse zaken. De minister heeft op 23 april 2023 besloten de vergunning te verlenen. Deze beslissing werd op 16 mei 2023 als koninklijk besluit in het staatsblad gepubliceerd.

Documenten vergunningsaanvraag

Hieronder vindt u de documenten met betrekking tot de vergunningsaanvraag. Deze zijn opgedeeld in algemene documenten, de documenten betreffende het project-MER en het veiligheidsrapport.

Algemene Documenten:

Milieueffectenrapport:

Veiligheidsrapport: 

 

Laatst aangepast op: 11/10/2023