Diepe berging van radioactief afval

Definitie diepe berging

De term « diepe berging » verwijst naar de « berging op een passende diepte om het langetermijnbeheer van het radioactieve afval waarop dit besluit betrekking heeft, te garanderen ». Verbruikte splijtstof of radioactief afval in een installatie is geplaatst zonder de bedoeling die splijtstof of dat afval terug te halen maar zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid om, in voorkomend geval, over te gaan tot hun recuperatie.

Situatie in België : Nationaal beleid voor het langetermijnbeheer van hoogactief en/of langlevend afval

De omzetting in het Belgisch recht van Richtlijn 2011/70/EURATOM van de Europese Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval, kwam tot stand via een wijziging van artikel 179 van de wet van 8 augustus 1980. Door deze omzetting moeten er nationale beleidsmaatregelen worden ingevoerd met betrekking tot het beheer van radioactief afval en verbruikte splijtstof. Deze nationale beleidsmaatregelen worden genomen bij koninklijk besluit, overlegd in de Ministerraad, op voorstel van NIRAS en na advies van het FANC.

November 2022: België kiest voor diepe berging als definitieve oplossing voor hoogradioactief en/of langlevend afval

Op 22 november 2022 koos België voor diepe berging voor het beheer van hoogactief en/of langlevend afval. Hoewel het slechts gaat om een principebeslissing en alle details nog moeten worden uitgewerkt, beschouwt het FANC dit als een belangrijke stap. Doordat België een duidelijk standpunt over het beleid heeft ingenomen, kunnen er concrete pistes worden bestudeerd en wordt de verantwoordelijkheid niet doorgeschoven naar toekomstige generaties.

Het koninklijk besluit kwam er op voorstel van NIRAS, de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen. NIRAS legde het principe van diepe berging van april tot juni 2020 ter consultatie voor aan de bevolking en aan een aantal bevoegde instanties, waaronder het FANC. Het FANC gaf na analyse van het voorstel aan dat het achter het principe van diepe berging stond, maar had nog enkele inhoudelijke opmerkingen, die werden opgenomen in het uiteindelijke besluit.

Zo wil het FANC dat er stapsgewijs wordt gewerkt en dat bij elke stap wordt nagegaan of aan alle voorwaarden is voldaan om naar een volgende stap over te gaan. Daarnaast hecht het FANC veel belang aan het participatief proces. De dialoog aangaan met alle betrokkenen en met de burger in het bijzonder is een absolute voorwaarde voor dit project. Ten slotte is ook de omkeerbaarheid van eerder genomen beslissingen belangrijk volgens het FANC.

Op dit moment is diepe berging de veiligste oplossing voor het beheer van hoogradioactief en/of langlevend afval, maar mocht de wetenschap in de toekomst tot nog betere inzichten komen, dan moet het mogelijk zijn om die mee te nemen in de uiteindelijke beslissing.

Het hoogradioactief en/of langlevend afval wordt momenteel opgeslagen in tijdelijke, bovengrondse installaties. Die zijn veilig, maar vormen geen definitieve oplossing. Ze zijn slechts bedoeld als overgangsmaatregel in afwachting van een berging.

Het koninklijk besluit van 22 november 2022 is dus een belangrijke stap, maar er werd nog geen enkele concrete beslissing genomen. Bij toekomstige plannen voor een diepe berging zullen veiligheidsdossiers bij het FANC moeten worden ingediend. Pas wanneer het FANC daaruit kan besluiten dat het voorgestelde systeem veilig is, kan worden overgegaan tot een vergunningsprocedure. Het zal nog geruime tijd duren vooraleer er sprake zal kunnen zijn van een operationele bergingsinstallatie.

Advies van het FANC over ontwerp van koninklijk besluit betreffende langetermijnbeheer van hoogradioactief en/of langlevend afval (mei 2021)

Op vraag van de ministers van Energie en van Economie en Werk heeft het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) zijn advies uitgebracht met betrekking tot het langetermijnbeheer van hoogradioactief en/of langlevend afval. Het FANC is voorstander van diepe berging voor het beheer van dat type afval.

De meeste Europese landen die kernafval produceren, hebben de beleidslijnen voor de toekomstige eindbestemming van hoogradioactief en/of langlevend radioactief afval al uitgezet. De Europese Commissie heeft herhaaldelijk de aandacht gevestigd op de afwezigheid van een Belgische Nationale Beleidsmaatregel inzake het langetermijnbeheer van het radioactief afval van de categorieën B en C. Het FANC vindt het belangrijk dat België er een welomschreven standpunt over inneemt, om te vermijden dat de verantwoordelijkheid wordt afgeschoven op toekomstige generaties en dat het afval op lange termijn in tijdelijke bovengrondse opslagplaatsen blijft liggen.

NIRAS stelt voor om te kiezen voor een diepe berging. NIRAS legde het principe van geologische berging van april tot juni 2020 ter consultatie voor aan de bevolking en aan een aantal bevoegde instanties, waaronder het FANC. Het FANC gaf toen na analyse van het voorstel al aan dat het achter het principe van diepe berging stond (FANC advies juni 2020). Het FANC had wel enkele inhoudelijke opmerkingen, maar daar werd intussen rekening mee gehouden in het ontwerp van koninklijk besluit.

Het FANC is daarnaast voorstander van een stapsgewijs proces, zodat bij elke stap kan worden nagegaan of aan de voorwaarden is voldaan om naar de volgende stap over te gaan. De volgende stappen omvatten onder andere de beschrijving van het besluitvormingsproces, de vaststelling van de modaliteiten inzake omkeerbaarheid, terughaalbaarheid en monitoring van het afval en de keuze van de geologische bergingssite(s). Die stapsgewijze aanpak maakt eveneens deel uit van het ontwerp van koninklijk besluit.

Advies van het FANC over het langetermijnbeheersplan voor geconditioneerd hoogradioactief en/of langlevend afval en het bijhorend milieueffectrapport (juni 2020)

Op 15 april 2020 heeft NIRAS het plan betreffende het langetermijnbeheer van geconditioneerd hoogradioactief en/of langlevend afval in België, het bijhorend milieueffectenrapport en diens niet-technische samenvatting ter advies voorgelegd aan het FANC. NIRAS lanceerde tegelijkertijd een publieke raadpleging.

Het plan, het bijhorend milieueffectenrapport en de niet-technische samenvatting zijn in het Nederlands, Frans en Duits beschikbaar op de website van NIRAS: https://www.niras.be/sea2020.

Het advies van het FANC is op 11 juni 2020 naar NIRAS gestuurd. Het FANC heeft dit advies opgesteld in overleg met zijn Technisch Ondersteuning Bel V. Het is beperkt tot de aspecten die onder de bevoegdheid van het FANC vallen, namelijk de nucleaire veiligheid en beveiliging. Het loopt geenszins vooruit op de positie van het FANC in de volgende stappen van het besluitvormingsproces, met inbegrip van de eventuele aanvraag van een vergunning voor geologische berging en het bijhorend milieueffectrapport.

Het FANC is van mening dat geologische berging, hetzij in galerijen, hetzij in diepe boorgaten, de veiligste optie is voor het langetermijnbeheer van hoogactief en/of langlevend radioactief afval op dit moment, rekening gehouden met de state-of-the-art en met de hiervoor beschreven elementen. Dit is omdat:

  • Een berging op termijn berust op uitsluitend passieve maatregelen die geschikt zijn voor dergelijk afval;
  • Dit type afval een niveau van insluiting en afzondering vereist dat enkel kan worden bereikt door een geologische formatie op voldoende diepte;
  • Deze optie het mogelijk maakt om de lasten voor toekomstige generaties te beperken en contextuele onzekerheden zoveel mogelijk te vermijden.

Het FANC merkt evenwel op dat de veiligheid van een systeem van geologische berging op het Belgisch grondgebied of een multinationale berging in een later stadium nog zal moeten worden aangetoond. Dit bewijs zal moeten worden geleverd op basis van veiligheidsdossiers in het kader van een nog te bepalen besluitvormingsproces.

Opslaginstallaties zijn de facto geen definitieve oplossing omdat de "intentie om het afval terug te halen" inherent is aan hun ontwerp. Ze vormen echter een fase in het afvalbeheer in afwachting van een berging. Het is belangrijk de duur van de opslag van het afval niet langer te maken dan de periode die noodzakelijk is tot haar berging. Inderdaad, hoe langer de opslagtermijn , hoe hoog de radiologische risico's van deze installaties zullen zijn.

Geavanceerde nucleaire technologieën worden momenteel ontwikkeld in het kader van de opwerking en de sluiting van de splijtstofcyclus en dekken dus niet alle soorten hoogactief of langlevend afval waarvoor een oplossing voor het langetermijnbeheer wordt gezocht. Zij maken het evenmin mogelijk om de toxiciteit ervan tot een voldoende laag niveau terug te brengen, ook op lange termijn, om hun berging aan het oppervlak toe te laten. Deze technologieën bieden dus als zodanig geen alternatief voor geologische berging, maar kunnen bijvoorbeeld worden overwogen in het kader van de beperking van de radiologische inventaris die op lange termijn moet worden geborgen.

Andere beheersopties (bijvoorbeeld zeeberging, berging in een ijskap of in de ruimte) kunnen van meet af aan worden uitgesloten op basis van zuiver juridische argumenten of oncontroleerbare veiligheidsrisico's. 

Het FANC is ook van de mening dat het belangrijk is dat er zo snel mogelijk een nationaal beleid komt voor het langetermijnbeheer van hoogactief en/of langlevend radioactief afval dat het resultaat is van de nucleaire praktijken in België. Het uitblijven van beslissingen voor dergelijk afval op korte termijn zou er immers op neerkomen dat de verantwoordelijkheid voor het beheer ervan wordt afgeschoven op de toekomstige generaties en dat de risico's in verband met de uitbating van de opslagplaatsen worden vergroot.

FANC Advies inzake het nationale programma voor het beheer van verbruikte brandstof en radioactief afval (april 2015)

In haar advies betreffende het nationale programma voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval heeft het FANC de volgende aanbevelingen gegeven met betrekking tot de vaststelling van het nationaal beleid.

Op basis van de op dit moment beschikbare documenten moet het nationale beleid voor de langetermijnbeheeroplossing voor B & C-afval worden beperkt tot een besluit inzake geologische opberging, met inbegrip van de opties « berging in galerijen » en « diepe boringe ».

Beslissingen over gastformaties moeten gebaseerd zijn op de toepassing van het principe van optimalisatie van de bescherming in overeenstemming met het ARBIS en internationale aanbevelingen.

De meest optimale formaties vanuit het oogpunt van veiligheid moeten worden onderscheiden van een systematische screening van potentieel gunstige formaties op basis van duidelijk geïdentificeerde veiligheidsattributen.

De stappen in het besluitvormingsproces voor geologische opberging moeten minimaal de volgende beslissingen omvatten:

  • selectie van een of meer gastformaties;
  • selectie van de site of sites;
  • beslissingen in verband met het vergunningsproces.

Volgens het FANC moeten de beslissingen met betrekking tot deze stappen telkens worden ondersteund door een veiligheidsdossier. Dit veiligheidsdossier omvat met name een veiligheidsbeoordeling waaruit de geschiktheid van de gastformatie en de geologische omgeving getoond wordt, en het gevolgde proces van optimalisatie van de bescherming die heeft geleid tot de selectie van de gastformatie en / of de locatie wordt geëvalueerd.

Advies inzake het AfvalPlan en bijhorende Strategic Environmental Assessment (februari 2011)

De doelstelling van het AfvalPlan en bijhorend Strategic Environmental Assessment (SEA) bestaat erin om de mogelijke beheeropties en hun impact te bekijken voor die afval types waarvoor vandaag nog geen institutioneel beleid voor het langetermijnbeheer bestaat.

In deze documenten bepleit NIRAS de geologische berging in weinig verharde klei als een geschikte beheersoplossing om mens en milieu duurzaam te beschermen tegen de risico’s verbonden aan hoogradioactief en / of langlevend afval.

Het FANC heeft een advies over het AfvalPlan en de SEA ingediend. Het FANC is van mening dat de ondergrondse berging van B en C-afval, in de huidige stand van kennis, de veiligste oplossing is teneinde op middellange en lange termijn veiligheid te garanderen en de belasting voor toekomstige generaties te beperken omwille van het passief karakter van een geologische berging.

Inderdaad is het opslaan van hoogradioactief en / of langlevend afval (categorie B & C-afval), hetzij in afwachting van de ontwikkeling van nieuwe technieken, hetzij ‘eeuwigdurend’, onverantwoord omwille van de volgende redenen:

  • Dit een permanente en langdurige last, namelijk toezicht, bewaking, onderhouden, herstellingen, … etc., zou betekenen voor de toekomstige generaties;
  • Dit zou vereisen dat de kennis nodig voor het beheer van bovenstaande lasten beschikbaar blijft en de opleidingen daartoe blijvend georganiseerd worden;
  • Het potentiële risico op malafide praktijken hoger is dan voor andere opties gezien de bereikbaarheid van het afval aan de oppervlakte;
  • Het volume radioactieve stoffen door herconditionering alleen maar zou toenemen en er dus steeds meer opslagcapaciteit dient beschikbaar gesteld te worden in functie van tijd;
  • Het feit dat hoe dan ook een definitieve oplossing dient gezocht te worden voor het ultiem radioactief afval, en waarbij het niet nemen  van een beslissing vandaag voor dit type afval, zou neerkomen op het doorschuiven van de verantwoordelijkheid naar de toekomstige generaties.

Wat geologische berging in weinig verharde klei betreft, is het FANC van mening dat het vandaag niet mogelijk is een beslissing te nemen betreffende de geologische formatie. Inderdaad, niettegenstaande er vandaag geen argumenten voorliggen die de insluitingscapaciteit van de Boomse Klei in vraag stellen, is er geen evenwaardig technisch-wetenschappelijk argumentarium aanwezig betreffende andere potentiele gastformaties. Volgens het FANC verdient het daarom aanbeveling om voor potentiele formaties waarvoor vandaag weinig kennis voorhanden is, richtinggevende studies (screening) uit te voeren, parallel aan de voortzetting van het RD&D programma met betrekking tot de geschiktheid van de Boomse Klei. De aspecten van insluiting maar ook van isolatie, met het doel mens en milieu te beschermen tegen de blootstelling aan het afval dienen deel uit te maken van een technisch-wetenschappelijke globale beoordeling van de formatie in haar omgeving waarbij rekening gehouden wordt met de van toepassing zijn de nationale en internationale vereisten, principes en aanbevelingen (FANC, IAEA, ICRP, ... ).

 

 

Laatst aangepast op: 02/06/2023